Competenties
Persoonskenmerken
Als jij als persoon over de juiste competenties beschikt, dan ben jij in staat op de juiste manier te handelen in een bepaalde (werk)situatie. Dit kan dus erg waardevol zijn voor zowel jouw werkgever als voor jezelf. Competenties brengen in kaart wat sterke kanten en kwaliteiten van jou zijn. Of punten waar je nog aan kunt werken. Het zijn persoonskenmerken die los staan van alles wat we aangeleerd hebben. Ieder mens bezit zulke kwaliteiten. Hieronder wordt een aantal competenties opgesomd. Je kunt deze competenties gebruiken en aanleren voor het ontwikkelen van jezelf. Als jij voor jezelf een persoonlijk ontwikkelplan maakt, dan kun je er competenties erin zetten als leerdoelen om deze te verbeteren. Jij bent zo bewust bezig gedrag te veranderen om jezelf in staat te stellen bepaalde doelen te bereiken. Lees de onderstaande competenties eens door en herken voor jezelf waar jij goed in bent en waar verbeterpunten (lees: mogelijkheden tot groei) liggen.
1. Persoonlijke effectiviteit
Zorgvuldigheid :Handelen gericht op het voorkomen van fouten en/of efficiënter en effectiever uitvoeren van werkzaamheden. Het nauwkeurig en zorgvuldig verwerken van informatie.
Analyseren: Het signaleren van problemen en vragen. Het herkennen van belangrijke informatie. Het leggen van verbanden tussen gegevens. Het zoeken naar relevante gegevens en achtergronden.
Flexibiliteit : Het aanpassen van de eigen stijl, benadering en gedrag aan wisselende eisen en omstandigheden. Ook het openstaan voor nieuwe ideeën.
Onafhankelijk : Het zonder hulp van anderen kunnen functioneren (zelfstandig) en het handhaven en verdedigen van eigen standpunten tegenover anderen. Zonder hierbij in starheid, formalisme en betweterigheid te vervallen
Stressbestendigheid : Kalm en zelfverzekerd reageren op lastige situaties. Ook bij tegenslag, weerstand of onder (tijd)druk goede prestaties blijven leveren.
2. Relaties
Samenwerken : Het bijdragen aan een gezamenlijk resultaat. Ook wanneer niet direct eigen belang aanwezig is. Zich inzetten om samen met anderen doelen te bereiken.
Coachen : Het motiveren en enthousiasmeren van medewerkers om een bepaald, van tevoren gedefinieerd, resultaat te behalen. Het stimuleren van medewerkers, zodat zij taken zelfstandig uit kunnen voeren en zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Communiceren : Zich zowel mondeling als schriftelijk zodanig uitdrukken dat de boodschap bij de doelgroep overkomt. Ideeën, meningen en informatie aan anderen duidelijk maken in heldere, beknopte en correcte taal.
3 Resultaatgericht werken
Doelgericht : Het helder, concreet en uitdagend stellen van doelen. Ook het duidelijke maken van afspraken en het monitoren van de voortgang.
Besluiten nemen : Het maken van een keuze op basis van heldere afweging en eigen oordeel. Het doorhakken van knopen.
Initiatief nehmen : Het zien van ontwikkelingen en kansen en ernaar handelen. Het uit zichzelf oppakken van zaken om doelstellingen te realiseren of knelpunten op te lossen.
Plannen en organiseren : Het bepalen van prioriteiten en het aangeven van een volgorde van werkzaamheden. Eveneens het aangeven van benodigde acties, tijd en middelen.
4. Externe oriëntatie
Omgevingssensitiviteit : Het doorzien van en inspelen op gemeentelijke, politiek-bestuurlijke, culturele en maatschappelijke ontwikkelingen, alsmede zicht hebben op normen en waarden, belangen en behoeften van anderen. Deze inzichten vertalen naar en effectief benutten voor het eigen handelen.
Visie : Het ontwikkelen, concretiseren en uitdragen van een realistisch toekomstbeeld op basis van ervaring en inzicht in interne en externe ontwikkelingen en de koers van de organisatie.
Klantgerichtheid : Het herkennen van de klant alsmede de wensen, behoeften en belangen van zowel interne als externe klanten en hiernaar handelen. Overtuigd zijn van het belang van heldere dienstverlening en daarnaar handelen